Edine Beukers werkt als fysiotherapeut bij Fysiotherapie Oudegracht in Alkmaar. Zij is gespecialiseerd in oncologie-fysiotherapie. Dit betekent dat zij patiënten begeleidt die onder behandeling zijn of zijn geweest voor kanker. Onder haar patiënten vallen ook patiënten die hart- en vaatziekten krijgen na bestralingsschade. Daar moeten we meteen wel bij zeggen dat dit voor haar geen aparte doelgroep is. Maar wél een groep die aandacht verdient. Doordat de behandelingen voor bijvoorbeeld borstkanker steeds beter worden (en mensen dus langer blijven leven), wordt er ook steeds meer duidelijk dat er schade aan het hart kan ontstaan.
Eerst maar even wat uitleg. Wat is cardiotoxiciteit?
Cardiotoxiciteit is de verzamelnaam voor schadelijke effecten van bepaalde behandelingen op het hart en de bloedvaten. Het komt vaak voor als bijwerking van kankertherapieën zoals chemotherapie, immunotherapie en bestraling. Wat bestraling eigenlijk doet, is het kapot maken van de weefsels. We kunnen steeds beter gericht behandelen. Maar bijvoorbeeld bij borstkanker ligt het bestralingsgebied helaas wel in het veld van de borst. Daarbij kunnen er dingen beschadigd raken. De hartkleppen bijvoorbeeld, de hartspier of de bloedvaten.


Zijn er groepen patiënten die meer risico op cardiotoxiciteit hebben dan anderen?
Er zijn bepaalde groepen die een verhoogd risico hebben (zie het plaatje hiernaast). Als vrouw heb je überhaupt een verhoogd risico om hartfalen te krijgen. Overigens is het risico op hartfalen hoger dan op het krijgen van borstkanker, dat realiseren veel mensen zich niet.
En wat ook goed is om hierbij op te merken: deze risicofactoren vergroten de kans, maar misschien zou je überhaupt wel hartproblemen krijgen. Je kunt dus niet altijd zeggen dat de hartklachten door de kankerbehandeling komen. Bovendien is er ook overlap in de risico’s voor het krijgen van kanker en hartfalen. Dus als je rookt of overgewicht hebt, dan heb je meer kans op kanker, maar óók meer kans op hartfalen.
Veel vrouwen weten helemaal niet dat ze misschien ook hartklachten hebben. Daar komen ze soms pas achter tijdens de therapie.
Behandel jij als oncologiefysiotherapeut veel patiënten die hartklachten hebben na bestraling?
Eigenlijk is het andersom. Ik behandel veel mensen met oncologie, en daar zitten natuurlijk ook vrouwen met hartklachten bij. En de kans is groter dat je hartklachten krijgt op oudere leeftijd, dus uiteindelijk zitten er ook veel mensen bij met hartklachten.
Vrouwen met cardio-oncologische klachten zijn voor jou dus niet een specifieke doelgroep?
Nee. Het maakt wel uit in het bepalen van je behandelplan, maar in the end ga je gewoon werken aan de doelen van de patiënt. En veel vrouwen weten ook helemaal niet dat ze misschien ook hartklachten hebben. Daar komen ze soms pas achter tijdens de therapie. Bijvoorbeeld omdat hun hartslag niet helemaal klopt met de activiteit die ze aan het doen zijn. Of als ze heel kortademig worden tijdens inspanning.
Ik heb verschillende patiënten gesproken die cardio-oncologische klachten hebben. Zij hebben het over een stijf gevoel in de spieren rondom het hart. Hoe kun je weten of dat wel hartklachten zijn?
Dat is soms lastig uit te sluiten. Want als een vrouw intensieve operaties heeft gehad, en ze is bestraald, dan is er heel wat gebeurd in dat hele gebied. Dan zie je vaker dat mensen schade oplopen in de spierweefsels en de tussenribspieren. Er kan van alles in dat gebied gebeuren dat wat stijver wordt, en dus een strak gevoel kan geven.
Als je maar een heel klein beetje kunt betekenen in iemands leven, om het iets draaglijker te maken, dan vind ik dat al heel waardevol.
Hoe gaat een behandeling in het algemeen?
Als iemand bij mij komt, komt diegene meestal met een verwijzing. Ik neem een uur voor de intake, en in die intake vraag ik ontzettend veel uit. Het verloop van de klachten, de psychosociale kant, wat iemand wil bereiken. En aan de hand daarvan stellen we een doel. Het liefst een specifiek doel dat gekoppeld is aan een activiteit, want dan is het goed meetbaar. Een rondje kunnen lopen of fietsen bijvoorbeeld. En als we inzoomen op hartklachten, dan kijk je bijvoorbeeld of iemand last heeft van kortademigheid bij inspanning of duizeligheid. Is het veilig genoeg om met diegene aan de slag te gaan of is het verstandig om iemand eerst te laten checken door een sportarts?
Zijn er grenzen aan het sporten of bewegen?
Er zijn onderzoeken gedaan of dat veilig kan. Bijvoorbeeld een submaximale inspanningstest geeft heel veel informatie. Dat is een test waarbij je niet tot volledige uitputting gaat, maar je gaat tot het niveau waarop het nog veilig is voor de patiënt. Rustig lopen of fietsen kan eigenlijk voor iedere patiënt wel veilig. En niet te zware krachttraining. Maar dat geldt niet specifiek voor het hart.
Waar ga je dan precies mee aan de slag? Conditie verbeteren, spierkracht?
Indien de patiënt naar de sportarts is geweest, heeft ze een leidraad meegekregen. Vervolgens ga ik met die patiënt een concreet doel stellen en daar gaan we mee aan de slag. In de zaal gaan we fietsen, lopen of wat iemands doel ook maar is. We doen ook (matig intensieve) krachtoefeningen. De patiënt krijgt ook (digitaal) oefeningen mee naar huis, want één keer per week met mij in de zaal oefenen is natuurlijk niet genoeg.
Stel, jij vermoedt dat iemand hartklachten heeft, wat doe je dan?
Dan koppel ik het terug naar de casemanager. Of ik stuur iemand in voor een inspanningstest. Daar is ook een verwijzing voor nodig van een (huis)arts, dus er beslist ook altijd een arts over mee. Als de huisarts of de sportarts een onregelmatigheid ziet, zal hij de patiënt doorsturen naar de cardioloog.
In de richtlijn1 staat dat we vooral moeten letten op kortademigheid bij inspanning en een plotselinge gewichtstoename. Die gewichtstoename heeft ermee te maken dat mensen bij hartfalen vocht vast kunnen houden.
Soms ga je met mensen aan de slag, en dan blijkt dat ze niet vooruit gaan. Of dat ze zich veel zorgen maken over hoe belastbaar ze zijn. Dan stuur ik ze naar een sportarts. De sportarts kan met tests bepalen hoeveel MET’s (Metabolic Equivalents) een patiënt aankan. Dat is een maat om de maximale inspanning te bepalen die een patiënt kan leveren. Aan de hand van deze waarde kun je bepalen op welke intensiteit je activiteiten in het dagelijks leven aan kunt. Voor allerlei activiteiten zijn er MET’s te verdelen; douchen, aankleden, stofzuigen etc. Is iets te zwaar voor je, dan moet je de inspanning of MET’s per activiteit verlagen.
Mag je krachtsinspanningen doen met hartklachten?
Uit onderzoek blijkt dat hogere krachtsinspanningen minder veilig zijn. Bijvoorbeeld dingen waar je heel veel kracht bij moet zetten, zoals buikspieroefeningen, waarbij je veel druk op je vaten zet. Maar laag-intensief bewegen kan eigenlijk altijd wel. En ook flexibiliteit-oefeningen zoals yoga kunnen altijd wel.
Waar wil de patiënt specifiek naartoe? Daarop gericht bepaal je de therapie daar die daar het meest op aansluit.
Wat doe je met iemand die een heel ongezonde leefstijl heeft? Ga je die toespreken?
Toespreken doe ik eigenlijk nooit, tenzij dat echt nodig is. Binnen de oncologie zie je vooral een doelgroep die juist wil, en die niet overtuigd hoeft te worden. Het ligt ook helemaal aan de fase waar de patiënt in zit. Heeft ze net een diagnose gekregen? Dan gaan we kijken hoe ze de behandeling zo goed mogelijk door kan komen.
Vrouwen die in het verleden al borstkanker hebben gehad, en daarna ook nog hartproblemen ontwikkelen, krijgen eigenlijk een dubbele klap. Ga je daar psychologisch anders mee om?
Na kanker zie je al dat mensen nooit meer helemaal zo belastbaar worden zoals ze waren voordat ze kanker kregen. En dan krijgen ze die hartproblemen er ook nog bij. Het is niet zo dat je dan weer vrolijk doorgaat met je leven. Want je levert er altijd op in, en dat kun je van te voren nooit inschatten.
De behandeling voor kanker is heel intensief. Er komt steeds meer aandacht voor de restklachten, want er zijn heel veel mensen die restklachten houden. En er komen er alleen maar meer bij, want we zijn steeds beter in het temmen van kanker. Daardoor kunnen we die mensen ook steeds langer volgen.
En ook de therapie verandert steeds. Je hebt nu doelgerichte therapie, waarbij het risico is dat je hartklachten kunt krijgen. Wat doet de immunotherapie? Dat zijn nieuwe ontwikkelingen die er weer jaren over gaan doen voordat dat tot uiting komt.
Wat probeer je mensen mee te geven?
Bewaak je grenzen, zorg voor inspanning en rust. Probeer structuur aan je dag te geven. Focus je op waar je invloed op hebt, en doe wat je kunt. Het is dubbel hè. Aan de ene kant bewegen, binnen jouw grenzen. Maar aan de andere kant ook je rust nemen om te herstellen en om je lichaam ook weer rust te geven.
De diepgang en de gesprekken vind ik het mooist.
Heb jij als behandelaar een eigen aanpak die jou onderscheidt van andere behandelaars?
Wat ik heel belangrijk vind is goed luisteren naar wat mensen aangeven. Waar willen ze specifiek naartoe? En daarop gericht bepaal je de therapie daar die daar het best op aansluit. Daarbij bouw ik ook bruggen tussen mijn therapie en de dokter. Of soms verwijs ik door naar een psycholoog of diëtist. Ik werk met korte lijnen, zodat mensen zo goed mogelijk geholpen worden.
Wat spreekt je het meest aan in de oncologische fysiotherapie?
De diepgang en de gesprekken. Ik vind het heel waardevol werk. En als je maar een heel klein beetje kunt betekenen in iemands leven, om het iets draaglijker te maken, dan vind ik dat al heel waardevol. En soms ben je gewoon een luisterend oor. Of bied je een houvast, ook al is het maar een klein beetje.
Meer informatie
- Een uitleg over de relatie tussen bestralingsschade en hart- en vaatziekten is hier te vinden.
- Op de landelijke lijst van fysiotherapeuten kun je een fysiotherapeut in de buurt zoeken, en daarbij kun je ook zoeken naar specialisatie, zoals oncologie.
- Richtlijnen voor de behandeling na kanker zijn te vinden in de KNGF-praktijkrichtlijn Oncologie 2022
Tekst: Annemiek Hutten / Het Vrouwenhart Spreekt
Afbeelding Cardiovasculaire toxische effecten van kankertherapieën: Brown S-A (2020) Preventive Cardio-Oncology: The Time Has Come. Front. Cardiovasc. Med. 6:187. doi: 10.3389/fcvm.2019.00187
Afbeelding Risicofactoren voor cardioxoticiteit: KNGF-richtlijn Oncologie
Alle artikelen op deze website zijn eigendom van Het Vrouwenhart Spreekt. We stellen het op prijs als u deze zoveel mogelijk deelt, zodat de verhalen en ervaringen van de vrouwenhartpatiënten gehoord worden. Graag wel vanuit deze pagina, zodat de bron duidelijk is. Wilt u (delen van) deze tekst kopiëren om ergens anders te plaatsen? Neem dan s.v.p. contact op via het contactformulier op deze website.