Wat is Lp(a)?
Lipoproteïne(a), afgekort tot Lp(a), is een vetachtig deeltje in het bloed dat sterk lijkt op LDL-cholesterol, maar met een extra eiwitcomponent: apolipoproteïne(a). Deze structuur maakt Lp(a) bijzonder ‘plakkerig’ en gevoelig voor oxidatie. Dit verhoogt het risico op aderverkalking (atherosclerose) en bloedstolsels.
Hoe vaak komt Lp(a) voor?
Lp(a) is grotendeels genetisch bepaald en komt voor bij ongeveer 1 op de 5 mensen. De waarden blijven meestal stabiel gedurende het leven, en worden niet beïnvloed door dieet of leefstijl. Verhoogde Lp(a)-waarden worden in verband gebracht met een hoger risico op hart- en vaatziekten, zoals hartinfarcten en beroertes en aortaklepvernauwing.
Wat heeft Lp(a) te maken met FH?
Familiaire hypercholesterolemie (FH) is een erfelijke aandoening waarbij het LDL-cholesterol vanaf jonge leeftijd verhoogd is. Mensen met FH hebben daardoor een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Maar wat veel mensen niet weten is dat 30–50% van de mensen met FH óók verhoogde Lp(a)-waarden heeft. Dit wordt ook wel een ‘genetische dubbele klap’ genoemd.
Beide aandoeningen zijn onafhankelijk van elkaar, maar versterken elkaars risico’s. Iemand met zowel FH als verhoogde Lp(a) heeft een veel hoger cardiovasculair risico dan iemand met slechts één van beide.
Waarom is het belangrijk om Lp(a) te meten bij FH?
Lp(a) wordt in Nederland helaas niet standaard gemeten bij een cholesterolmeting. Dit is zonde, want een tijdige behandeling kan hart- en vaatziekten voorkomen. De richtlijnen bevelen aan om Lp(a) wel te meten bij:
- mensen met FH
- mensen met vroegtijdige hart- en vaatziekten in de familie
- patiënten met onverklaarde hartinfarcten of beroertes
- mensen met terugkerende hartproblemen ondanks goede LDL-behandeling
Behandeling van verhoogde Lp(a)
Er zijn momenteel geen medicijnen die specifiek en effectief alleen Lp(a) verlagen. Wel kunnen sommige bestaande middelen (zoals PCSK9-remmers) Lp(a) sterk verlagen. Er zijn wel veelbelovende nieuwe medicijnen in ontwikkeling die Lp(a) sterk kunnen verlagen.
Wat kun je zelf doen?
Hoewel je je genetische aanleg voor verhoogd Lp(a) of FH niet kunt veranderen, kun je wél actief bijdragen aan het beperken van je risico op hart- en vaatziekten.
Als je (nog) niet weet of je verhoogd Lp(a) hebt
- Vraag om een Lp(a)-meting, zeker als je FH hebt, of als er in je familie hart- en vaatziekten op jonge leeftijd voorkomen. Een eenmalige bloedtest is voldoende om je Lp(a)-waarde te bepalen.
- Ken je familiegeschiedenis. Bespreek met je familie of er sprake is van vroegtijdige hartproblemen of erfelijke cholesterolstoornissen.
- Laat je cholesterol controleren. Een verhoogd LDL-cholesterol kan een aanwijzing zijn voor FH of een verhoogd cardiovasculair risico.
Als je weet dat je verhoogd Lp(a) hebt (al dan niet in combinatie met FH)
- Streef naar een zo laag mogelijk LDL-cholesterol. Omdat Lp(a) zelf moeilijk te behandelen is, wordt het des te belangrijker om andere risicofactoren, zoals LDL, optimaal te beheersen.
- Gebruik voorgeschreven medicijnen zoals statines of PCSK9-remmers en houd contact met je arts over aanvullende opties.
- Leef hartgezond. Niet roken, voldoende bewegen, gezond eten en een gezond gewicht behouden zijn essentieel.
- Informeer je familie. Zowel FH als verhoogd Lp(a) zijn erfelijk. Door je familieleden te informeren, kunnen zij zich ook laten testen en tijdig ingrijpen.
- Blijf op de hoogte van nieuwe behandelingen. Er zijn veelbelovende therapieën in ontwikkeling die specifiek Lp(a) kunnen verlagen. Vraag je arts naar de laatste inzichten of klinische studies.
👉 Door actief betrokken te zijn bij je eigen gezondheid en die van je familie, kun je het verschil maken, zelfs bij genetische risicofactoren die je niet kunt veranderen.
Tekst: Annemiek Hutten / Het Vrouwenhart Spreekt
Uitgelichte afbeelding: Freepik
Deze tekst is bedoeld om een korte en leesbare uitleg te geven over Lp(a), en is nadrukkelijk níet als medisch advies bedoeld. Neem voor vragen over uw individuele situatie altijd contact op met uw behandelend arts.