Sporten met een hartaandoening: waarom zoeken sommigen de grenzen op?

Zodra je iets aan je hart krijgt, krijg je adviezen voor een gezonde leefstijl. Vrijwel altijd wordt hier het belang van lichaamsbeweging genoemd. Bewoog je nog niet genoeg, dan moet je meer gaan bewegen. En bewoog je al wél genoeg, dan moet je dat vooral blijven doen. Maar hoe zit dit nu bij sporters die al heel veel of heel zwaar aan beweging deden? Stel dat je intensief aan krachttraining deed voordat je een hartaandoening kreeg, moet je dit dan gewoon blijven doen? En hoe zit het het met hardlopen, veldhockey of waterpolo? Het beweegadvies werkt nogal eens verwarrend voor sporters die een hartaandoening krijgen. En die verwarring zit volgens mij vooral in het onderscheid tussen bewegen en sport.

Wat is sporten en wat is bewegen? Het is een beetje een definitiekwestie, en iedereen interpreteert het waarschijnlijk op zijn eigen manier. Maar grofweg is er een verschil tussen sporten en bewegen, en dat verschil zit vooral in de intensiteit. Bij bewegen wordt bijvoorbeeld gedacht aan wandelen, fietsen of huishoudelijke activiteit. Sporten is vaak wat intensiever, en heeft vaak ook een ander doel. Een fietstochtje naar de supermarkt valt onder bewegen, een toertocht op je mountainbike door het bos valt onder sporten. Tot zover het duidelijke onderscheid. Want in praktijk is dit onderscheid minder gemakkelijk te maken. Zeker bij mensen met een hartaandoening. Stel, een enthousiast hardloper krijgt hartfalen en moet noodgedwongen overgaan op wandelen. Is dat wandelen dan lichte activiteit (bewegen) of is het voor die persoon dan nog steeds sporten?

De richtlijn voor volwassenen is om minstens 150 minuten uur per week matig tot zwaar intensief te bewegen.1 Dat komt neer op minstens 20 minuten matig of zwaar intensief bewegen per dag. Voor hartpatiënten zijn deze richtlijnen eigenlijk niet anders dan voor niet-hartpatiënten. Er zit geen maximum aan. Dat vind ik best opmerkelijk, want je kunt je afvragen of het voor iedereen wel zo gezond is om een volle dag te wandelen, zwemmen of tuinieren. Misschien is dat voorbeeld een beetje vergezocht, maar eerlijk gezegd weet ik het antwoord niet. Na een dag schoonmaken in huis vraag ik mij weleens af of het nog verstandig is om ’s avonds nog te gaan sporten. Mijn gevoel zegt nee, maar zeker weten doe ik het niet.

Het feit dat er wel een minimum, maar geen maximum aan het bewegen zit, impliceert ook een beetje dat het iets is dat je moet doen. Niet als iets dat je misschien wel graag wílt doen. En daarmee ga je voorbij aan het feit dat sportieve hartpatiënten vaak maar al te graag willen bewegen, maar dat ze daarin worden afgeremd door hun lichaam of door hun behandelaar. En daarmee ontstaat er verwarring.

Waarom zou je willen sporten met een hartaandoening? Waarom zou je het niet gewoon laten bij die lichte vormen van beweging? Eerst maar eens een nuancering: voor veel hartpatiënten zit intensief sporten er gewoon niet in. Bijvoorbeeld omdat hun hart daar niet voldoende pompkracht meer voor heeft. Of omdat hartslagverhogende activiteiten voor hen levensbedreigend kunnen zijn. En bijvoorbeeld ICD-dragers mogen geen contactsporten doen, omdat er een arm, stick of bal tegen de ICD zou kunnen komen. Dan vallen er ook heel wat sporten af.

Het is dus een beetje een grijs gebied tussen sport en bewegen. En in dat grijze gebied valt mij steeds op dat er een groep patiënten is die, ondanks soms best beperkende hartaandoeningen, toch een manier zoekt – en vaak ook vindt – om behoorlijk intensief aan sport te doen. Wat drijft hen om die moeite ervoor te doen? Ik ben hierover in gesprek gegaan met een aantal sporters met een hartaandoening2. Hieronder een aantal redenen die daarbij naar boven kwamen.

Laten we maar beginnen met de meest voor de hand liggende: veel sporters doen gewoon aan sport om in conditie te blijven. Om spierkracht te vergroten, leniger te worden of je gewoon fitter te voelen. Voor hartpatiënten komt daar soms nog een dingetje bij: na een hartinfarct of operatie is er iets gebeurd in het lichaam. Soms voelen mensen de drang om hun lichaam te herstellen, om zich weer ‘zo gewoon mogelijk’ te voelen.

Het hangt een beetje samen met fitheid, maar sporten is natuurlijk een goede manier om op gewicht te komen of te blijven. Het risico daarbij is dat mensen denken: hoe meer ik sport, hoe sneller ik afval. Dat is zeker niet voor alle hartpatiënten aan te raden. Bovendien is er nog een andere belemmering; door hartmedicatie is het soms lastiger om af te vallen.

Voor sommigen is sporten een sociale activiteit. Ze doen zumba of fitness in teamverband, gaan altijd met een vriend of vriendin hardlopen of wielrennen, of kennen simpelweg veel mensen op de sportschool waar ze vaak komen, waardoor het sporten naast een sportieve ook een sociale activiteit wordt. En doe je een teamsport, dan is je team soms ook je vriendengroep. Stop je met sporten, dan is dat sociale contact ook weg.

Voor sommige sporters is het sporten een vast onderdeel van hun leven. Het hoort eigenlijk bij hun identiteit. Komt daar een hartaandoening bij, dan willen ze toch zoveel mogelijk doorgaan met hun sportieve leven. Vaak moet er dan wel wat aangepast worden.

Sporten is voor sommigen een uitdaging. Grenzen verleggen, kijken hoe ver je kunt komen, of je je eigen doelen kunt bereiken.

Ook met een hartziekte kun je je doelen bereiken. Naast een uitdaging voor jezelf kan het ook een uitdaging zijn om anderen te inspireren om dit ook te doen.

Josine in training voor de Crossfit Games in Texas

Een hartaandoening hoeft niet altijd het einde te betekenen van de doelen die je jezelf gesteld hebt. En als die doelen op het sportieve vlak liggen, dan kun je proberen om die toch te bereiken. Al heb je daar vaak wel extra begeleiding voor nodig.

Erleyne tijdens een bergbeklimming

Sommigen doen doen aan sport om hun hoofd leeg te maken, om ontspanning te vinden, of omdat ze er simpelweg een prettiger mens van worden.

Je kunt natuurlijk ook gaan sporten om het hartprobleem zelf te beïnvloeden. Want door een zorgvuldige aanpassing van leefstijl, beweging en sport is er nog veel winst te behalen.

Uit de ervaringen hierboven blijkt dat er vaak veel meer mogelijk is dan je denkt. Maar soms lukt het gewoon niet om te blijven sporten. Ook dat is een realiteit voor sommige hartpatiënten.

Uit het bovenstaande wordt duidelijk dat er een verschil is tussen sport en bewegen, maar dat dit onderscheid niet altijd even expliciet gemaakt wordt. Ik heb weleens een cardioloog horen zeggen: “Hoe meer beweging, hoe beter.” Waarschijnlijk dacht die cardioloog aan lichte beweging zoals wandelen of fietsen. Maar als de patiënt hierbij denkt aan apparaten in de sportschool, dan kan dat weleens onveilig worden.

Dit onderscheid is vooral van belang voor mensen met een hartaandoening die wel wíllen, maar niet zeker weten of wat ze willen wel veilig is. Dit staat een beetje in contrast met de richtlijnen, die vooral gericht zijn op mensen die aangespoord moeten worden om wat meer aan beweging. Bij sportieve hartpatiënten klinkt dan ook vaak de roep om duidelijke richtlijnen voor sporten met een hartaandoening. Bij gebrek aan richtlijnen gaan zij vaak zelf op zoek naar wat er kan binnen de beperkingen van hun hartaandoening, en zoeken daarbij zelf begeleiding van een sportcardioloog. Maar het blijft een beetje zelf het wiel uitvinden. Bovendien zal niet iedere sporter dit aandurven. En het lukt dus ook niet altijd.

Het helpt de sporters al als de behandelaars begrijpen hoe graag de patiënt wil blijven sporten. Dat vergt namelijk een heel andere begeleiding dan een patiënt die gemotiveerd moet worden. Het helpt niet om de patiënt af te remmen. En vage adviezen, zoals ‘luister naar je lichaam’ bieden ook veel ruimte voor interpretatie. Wat helpt wel? Meedenken met de sporter. Die heeft misschien andere redenen om te sporten dan de behandelaar verwacht. Die is niet helemaal gek. Of misschien wel, maar dan sportgek.

Enkele van de sporters die hierboven geciteerd worden, zijn ook actief op social media. Zij willen anderen informeren of inspireren om te blijven sporten met een hartaandoening.

👉 Rachelle wil andere hartpatiënten inspireren om te blijven sporten. Zij doet dit via het instagram-account hartpatientrent

👉 Marjon neemt haar volgers op instagram mee op haar toertochten in Oostenrijk via het account guide.marjon.stubai

👉 Josine vindt het leuk om mensen op weg te helpen die ook willen gaan sporten, maar niet goed weten waar te beginnen. Je kunt haar volgen via haar instagram-account josinegraefe

👉 In deze post beschrijft Josine wat haar gemotiveerd heeft om te blijven sporten met een hartaandoening, de medewerking van haar cardioloog, een extra medische keuring, hulp van familie, vrienden en medesporters, de mindere dagen. En uiteindelijk deelname aan internationale wedstrijden in Texas en Chicago – met een supermooi eindresultaat.

👉 Erleyne beschrijft zichzelf als avonturier/alpinist/trailrunner, maar ook als zakenvrouw en hartpatiënt. Zij neemt haar volgers mee de bergen in via het account erleynebrookman

👉 Sander houdt via instagram bij hoe de combinatie van sport en voeding zijn boezemfibrillatie positief beïnvloedt onder de naam Mister Afit

Sfeerbeelden van de WK Hyrox Adaptives 2025 in Chicago, gemaakt door Josine Graefe. Zij eindigde als tweede in deze race.

Tekst: Annemiek Hutten (Het Vrouwenhart Spreekt) i.s.m. Maxine Bosman (Hart in Shape)

Uitgelichte afbeelding: Josine tijdens de WK Hyrox (foto: Hyrox Benelux)

Deze tekst is bedoeld om een beeld te geven van de ervaringen van sporters met een hartaandoening, en is nadrukkelijk níet als medisch advies bedoeld. Neem voor vragen over uw individuele situatie altijd contact op met uw behandelend arts.

Alle artikelen op deze website zijn eigendom van Het Vrouwenhart Spreekt. We stellen het op prijs als u deze zoveel mogelijk deelt, zodat de verhalen en ervaringen van de vrouwenhartpatiënten gehoord worden. Graag wel vanuit deze pagina, zodat de bron duidelijk is. Wilt u (delen van) deze tekst kopiëren om ergens anders te plaatsen? Neem dan s.v.p. contact op via het contactformulier op deze website.  


  1. De richtlijn van het Kenniscentrum Sport en Bewegen is voor volwassenen: 1. Minstens 150 minuten per week matig of zwaar intensief bewegen. 2.  Minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten. 3. Voorkom stilzitten.
  2. Via gesprekken of social media
Delen via

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *