Florien ging vanwege haar hartklachten op zoek naar een nieuwe invulling van haar leven: “Je hebt het meest aan een dwarsdenker.”

Florien heeft een eigen onderneming voor coaching en training; Groei door Coaching. Ze doet individuele coaching bij bijvoorbeeld burnout of loopbaanadvies en werkt als coach en trainer in organisaties. Ze is al 35 jaar samen met Jeroen en ze is moeder van Marleen en Thomas, beiden het huis uit.

Haar hele leven doet Florien al aan sport. In het verleden deed ze zeer intensief aan hardlopen, ze liep ook marathons. Helaas kan ze dit niet meer op het oude niveau doen. Daarnaast doet ze aan koudwaterzwemmen.

In 2005 kreeg Florien de diagnose borstkanker. Er volgde een heftige periode met een operatie, chemo, bestralingen en hormonale therapie. Bewegen is in die periode en in de jaren daarna essentieel geweest voor haar herstel. Tien jaar later kreeg ze problemen met haar hart. En alsof dit nog niet vervelend genoeg was, kreeg Florien in 2021 nóg een keer borstkanker. Ik sprak met Florien over hoe ze deze twee ziektes in haar (sportieve) leven heeft verwerkt.

Ik was aan het trainen voor de triathlon. Ik merkte dat ik last had van kortademigheid, en ik dacht dat het aan mijn techniek lag. Daarom ging ik een borstcrawlcursus doen. Maar dat ging helemaal niet goed. Ik had duidelijk zuurstoftekort, ik werd benauwd en zelfs helemaal blauw.

Daarna ben ik naar een cardioloog gegaan. Die kon mij niet zo goed verder helpen. Ik liep nog bij het Antoni van Leeuwenhoek voor controle na borstkanker, en een arts daar noemde voor het eerst het woord ‘vrouwenhart’. Zij verwees mij naar Menno Baars, een cardioloog die gespecialiseerd is in vrouwenhartziektes. Bij Menno had ik meteen een goed gevoel. Hij zei: “Laten we eerst eens wat dingen gaan uitsluiten.” Dat vond ik een goede start. Ik kreeg verschillende onderzoeken. Eén hartklep bleek niet helemaal goed te sluiten, en ook de pompfunctie was niet goed. Ook mijn cholesterol bleek iets te hoog. Dat is erfelijk bepaald, mijn hele familie heeft het. We hebben allemaal een gezonde leefstijl, dus daar kan het niet liggen. Samen met Menno ben ik toen aan de slag gegaan om mijn conditie weer op te vijzelen met medicatie en aangepaste beweging.

Wat had ik eraan gehad als ik toen al had geweten wat me allemaal te wachten stond? Ik had helemaal geen keuze.

In 2021 kreeg ik voor de tweede keer borstkanker. Toen was er gelukkig geen bestraling nodig. Maar mijn lichaam kreeg daar wel weer een enorme optater van: een grote operatie met een lange hersteltijd en weer een hormonale kuur. Mijn gevoel zegt me dat mijn hart daarna nog wat instabieler is geworden. Ik heb sindsdien een aantal keer veel last gehad van druk op de borst, kortademigheid en spasmen[1].

Nee. Bij mijn eerste bestraling was ik 39. Er werd toen wel gezegd dat ik meteen in de overgang zou komen. Dat had met de samenstelling van de chemo te maken. Maar ja, als je 39 bent, dan ben je daar helemaal nog niet mee bezig. En wat dat allemaal voor consequenties zou hebben voor de rest van mijn leven, daar had niemand het over. 

En ik ben ook blij dat ik toen nog niet wist dat met name de vroege overgang ook een vroege inzet van veroudering betekent; vooral de afwezigheid van oestrogeen leidt tot een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Want wat had ik eraan gehad als ik toen al had geweten wat me allemaal te wachten stond? Ik had helemaal geen keuze. Die behandelingen waren nodig om in leven te blijven. Ik dacht: ik wil mijn kinderen zien opgroeien, dus dit moet ik doen.

Een buizerd zien, een haas weg zien schieten, de vogels horen, dat soort dingen waren heel goed om weer terug het leven in te stappen.

Ik ben het hardlopen weer aan het opbouwen. Wel een stuk minder intensief dan vroeger. Binnenkort ga ik trainen om 3 keer 5 kilometer per week te kunnen lopen. Met de hond erbij, en niet meer voor de prestatie, maar alleen voor het plezier.

En daarnaast doe ik veel aan Iyengar yoga. Dat is een hele technische, gedetailleerde vorm van yoga, die ervoor zorgt dat al je aandacht gericht is op het lijf. Dat doe ik drie keer per week. Mijn hoofd komt helemaal tot rust. Daar krijg ik dezelfde ontspanning van als ik van het hardlopen kreeg.

Om die periode af te sluiten heb ik fotoboeken gemaakt van mijn marathons. Ik heb ook een tatoeage van een hardloper met de marathonafstand eronder. Soms vind ik het nog wel lastig om andere duurlopers te zien. Daar loop ik dan wel ruim omheen. En ik merk af en toe ook dat ik dingen vermijd waar mijn hartslag van omhoog gaat. Omdat ik geen zin heb in die kortademigheid en het rotgevoel dat het me geeft. Onlangs merkte ik bijvoorbeeld dat ik al een tijdje niet naar zolder was gelopen. Dat confronteert me met dat ademtekort en het feit dat ik dat niet meer zo gemakkelijk kan. Als ik slecht in mijn energie zit, pak ik daarom ook niet mijn gewone fiets, maar mijn elektrische fiets.

Dat vind ik wel een leuke vraag. Ik vermoed dat het het alle twee is. Mentaal heeft het me uit de eerste ziekteperiode geholpen. Ik woon in de buurt van het Amsterdamse Bos. Dan ging ik in de ochtend wandelen of rennen. Een buizerd zien, een haas weg zien schieten, de vogels horen, dat soort dingen waren heel goed om weer terug het leven in te stappen. Het gaf ook ruimte om te huilen, om boos te zijn over de situatie. Dat kon ik allemaal daar.

Op een gegeven moment kwam er de mogelijkheid om de Dam tot Dam loop mee te doen. En zo wilde ik steeds een stapje verder. Het sporten heeft mij heel erg het gevoel gegeven: ik leef, ik ben er. Dus mentaal is het echt een bescherming geweest.

Fysiek vind ik het een lastige vraag. Na die eerste ziekte voel ik me best gauw schuldig, en met die hartziekte erbij nu ook. Dan denk ik dat ik niet goed voor mezelf zorg. En tegelijkertijd is er ook een stem in mij die zegt: “Fuck it, ik doe dit gewoon. Ik word hier verschrikkelijk blij van.” Dat is ook heel veel waard. Ik trainde altijd in schema’s, in had nooit blessures. Ik vond het heerlijk. En misschien blijf je na zo’n ziekte altijd wel hongeren naar bevestiging: dit kan mijn lijf, ik ben er!

Het sporten heeft mij heel erg het gevoel gegeven: ik leef, ik ben er. Dus mentaal is het echt een bescherming geweest.

Ja, in mijn geval vindt de cardioloog dat prima. Ik heb me erin verdiept. Het gaat vooral om de ademhaling. Voor mijn borstkanker heb ik meer dan 20 keer in een MRI gelegen. Dat kan best claustrofobisch voelen. Daar heb ik toen allerlei technieken voor ontwikkeld, en één daarvan is ademen. Op het moment dat ik paniek voel opkomen, dan ga ik ademhalen. Met de ademhalingstechnieken van Koen de Jong en Bram Bakker heb ik geleerd: met mijn ademhaling kan ik alles. Dat doe je ook in het water. Zodra je in het water zakt, geeft je lichaam een schrikreactie en een stressreactie. Dus je hartslag gaat omhoog. Maar vervolgens ga je ademen, en die techniek maakt dat je rustig wordt. Dat kan dus ook in het koude water zijn. Het koude water of de koude lucht op mijn blote huid geeft me veel energie en maakt mijn lijf en geest weerbaar.

Jazeker. Ik ben me gaan inzetten voor borstkanker-patiënten. Ik heb voor twee stichtingen gewerkt. Daar hielp ik vrouwen met dingen waar ik zelf ook doorheen gegaan was. Zo lang ik kaal was en vermagerd, heb ik een gouden cirkel van liefde en zorgzaamheid om mij heen ervaren. Maar als je haar weer groeit, en je bent weer aan het werk, dan begint het pas voor jou als patiënt. Dan moet je weer terug het leven in. Je hebt heel lang niet gewerkt. Dat heeft mij heel erg gevormd: tegenslag in je leven, hoe ga je daarmee om? Ik ben een coach van de liefdevolle confrontatie. Ik ga weinig dingen uit de weg, maar ik beoog altijd om de potentie die er zit bij die ander ook aan te boren. Om diegene te laten kijken naar waar hij nog niet had gekeken. En dat wordt gemakkelijker als je zelf meer meegemaakt hebt. Zoiets dergelijks wil ik nu ook voor hartpatiënten gaan doen.

Luister, stel vragen, informeer jezelf. Dan ben je een betere gesprekspartner voor een hulpverlener.

Ik denk dat ik opnieuw voor dit leven zou kiezen. Ik bof ontzettend met Jeroen; zo vanzelfsprekend nabij en altijd tot grote steun. Zijn vertrouwen en optimisme zijn heel bijzonder. Het klinkt misschien raar, maar die tweede keer borstkanker gaf heel erg het gevoel dat we de eerste keer over konden doen. De eerste keer hebben we best gestunteld, Jeroen en ik met onze kinderen. Met artsen, ziekenhuizen, met elkaar, hoe doe je het allemaal… Dat was enorm zoeken. De tweede keer was eigenlijk appeltje eitje. Daar kijken we als gezin best goed op terug.

Het gaf me ook een gevoel van zelfvertrouwen. Ik wist: ik heb dit allemaal al een keer gedaan, en toen heb ik het ook overleefd. Dus dat ga ik weer doen. En dat geldt ook een beetje voor die hartziekte. Iedere keer als ik een slechte periode heb, dan denk ik: dit is naar en verdrietig, en wat kan ik weinig, en mijn hoofd is minder scherp en krachtig. Maar dan weet ik ook: dit gaat ook weer voorbij.

Ik heb ook veel aan de wijsheid van de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter. Zijn taal voedt mij met tevredenheid en dankbaarheid. Hij zegt: “In lastige tijden ervaren we de meeste liefdevolheid en nabijheid in onszelf en van de ander.” Dat helpt voor mij net zo goed als yogales of tabletje Metoprolol.

Vertrouw je niet-pluis gevoel. Jij weet het zelf het beste. Dat is het belangrijkste advies dat ik wil meegeven. En wat ik anderen ook echt aan zou raden: lees alles wat los en vast zit. Luister, stel vragen, informeer jezelf. Want dan ben je een betere gesprekspartner voor een hulpverlener.

Een andere belangrijke: ga altijd samen naar de dokter. Nooit alleen. En vraag of je het gesprek op mag nemen. Niet omdat je het niet vertrouwt, maar als je die opname daarna afluistert, dan hoor je allerlei dingen die je tijdens het consult nog niet gehoord had. Een arts mag dat overigens niet weigeren.

Er zijn zoveel manieren die voor mij dienen als medicatie. Dat geeft mij een gigantisch gevoel van vrijheid.

Ik schrijf soms haiku’s over mijn gevoelens. Laatst kwam ik er één tegen waarin ik had geschreven: “Je wilt graag een dwarsdenker.” In een situatie die onduidelijk is, wil je een dwarse, creatieve denker, die moeite wil doen om met jou mee te denken. Mijn cardioloog, Menno Baars, is zo iemand. En ik heb het geluk, en dat is deels keuze, dat je in de academische omgeving veel meer van dat soort dwarse denkers aantreft dan in de perifere omgeving. Daarom zou ik altijd voor een academisch ziekenhuis kiezen. Als ik me niet helemaal serieus genomen voel, dan ga ik verder kijken. Dat gun ik mezelf nu wel.

Ik vind ook veel inspiratie in het Stoïcisme. Vanuit deze filosofie wordt geredeneerd: omstandigheden kun je niet veranderen. Je kunt alleen je kijk erop veranderen. Je hebt geen last van je hart, je hebt last van je gedachten erover. Die gedachten kun je beïnvloeden. Als ik vrolijker of stabieler wil zijn, dan kan ik iets doen om het bonzen van mijn hart tegen te gaan, zoals een pil nemen. Maar ik kan ook slapen, of een fijne taart bakken. Ik kan een vriendin bellen om een boswandeling te maken, ik kan een yogales gaan doen. Er zijn zoveel manieren die voor mij dienen als medicatie. Dat geeft mij een gigantisch gevoel van vrijheid.

Tekst: Annemiek Hutten / Het Vrouwenhart Spreekt

Meer informatie over Floriens werk als coach is te vinden op de website van Groei door Coaching.

Alle artikelen op deze website zijn eigendom van Het Vrouwenhart Spreekt. We stellen het op prijs als u deze zoveel mogelijk deelt, zodat de verhalen en ervaringen van de vrouwenhartpatiënten gehoord worden. Graag wel vanuit deze pagina, zodat de bron duidelijk is. Wilt u (delen van) deze tekst kopiëren om ergens anders te plaatsen? Neem dan s.v.p. contact op via het contactformulier op deze website.  


[1] Een uitleg over coronaire vaatdysfunctie is hier te vinden.

Delen via